Schrif­te­lijke vragen inzake package deal museum MCA en woningbouw op de Zuidas


Indiendatum: 22 jun. 2022

In de commissievergadering Ruimtelijke Ordening op 8 september 2021 en in de raadsvergadering van 15 september 2021 werden de plannen voor het oude rechtbankgebouw op de Zuidas en de gebiedsontwikkeling op de aangrenzende kavels besproken. Er werden plannen gepresenteerd om in het voormalige rechtbankgebouw een nieuw museum te realiseren, een particulier initiatief dat werd omarmd door het toenmalige college als een ‘cadeau voor de stad.’

Bij de bespreking van de plannen kwamen een aantal zaken naar voren: zo bleek de voornaamste initiatiefnemer van dit plan één van de grootste geldschieters van D66 te zijn. Verder had de raad veel vragen over waarom er geen andere bestemmingen met maatschappelijke waarde voor het oude rechtbankgebouw waren overwogen.[1]

Daarbij werd de raad voor een strikte deadline gesteld. Zowel het bestemmingsplan voor de aangrenzende kavels C2 en C3 als voor de bestemming van het oude rechtbankgebouw moesten snel worden vastgesteld, zodat het rechtbankgebouw vóór 1 december kon worden verworven. Dat er met deze plannen en de aankoop van het gebouw een bedrag van ruim 26 miljoen gemoeid was, leek geen bezwaar voor de overhaaste gang van zaken. De raad moest de beslissing nemen op basis van de gegevens die er beschikbaar waren. Tijd voor aanvullend onderzoek of afweging van mogelijke alternatieven was er niet meer. De Partij voor de Dieren was het niet eens met deze gang van zaken en stemde tegen de plannen.

De plannen voor het museum en de aangrenzende kavels werden destijds aan de raad gepresenteerd als een package deal; er werd gestemd over het geheel van de plannen. Dit was nodig omdat het Rijksvastgoedbedrijf voor de gehele ontwikkeling een opdracht had om deze op de markt te zetten. Zou zij het rechtbankgebouw onder gunstige omstandigheden verkopen aan de gemeente Amsterdam, dan zouden de overige kavels genoeg geld moeten opbrengen om de totale gebiedsontwikkeling voldoende winstgevend te laten zijn. Daarom koos het college voor een bestemming met overwegend middenhuur op kavels C2 en C3.[2]

De verwachting was dat dit financieel gunstiger zou uitpakken voor het Rijksvastgoedbedrijf dan een bestemming met bijvoorbeeld uitsluitend sociale huur, of de normaliter gehanteerde 40-40-20. En voor wat hoort wat: in ruil daarvoor mocht de gemeente wel de oude rechtbank kopen voor de gunstige prijs van ruim 26 miljoen euro.

Uit een recente publicatie op de website van het Rijksvastgoedbedrijf blijkt echter dat kavels C2 en C3 niet gegund zijn, wat inhoudt dat er geen geschikte ontwikkelaar is gevonden voor de kavels.[1] De Partij voor de Dieren vraagt zich af wat hier de consequenties van zijn en of dit een tegenvaller voor de Begroting is. Het Rijksvastgoedbedrijf had er zelf alle vertrouwen in dat de kavels verkocht zouden gaan worden, maar stelde in antwoord op een bewonersvraag dat zij opnieuw in gesprek zou gaan met de gemeente over de toekomstige ontwikkeling mocht dit onverhoopt niet het geval zijn.[2] Aangezien de ontwikkeling van deze kavels mislukt lijkt te zijn en deze ontwikkeling werd gepresenteerd als package deal met de museumplannen wil de Partij voor de Dieren graag weten wat dit gaat betekenen voor de museumplannen op de Zuidas.

Gezien het vorenstaande stelt het lid Bloemberg-Issa op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

  1. Heeft het college in de plannen rekening gehouden met het scenario waarin kavels C2 en C3 niet gegund konden worden? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het college, met de kennis van nu, het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat hier sprake is geweest van te spoedige besluitvorming? Graag een toelichting.
  3. Wat betekent het feit dat de kavels C2 en C3, de ontwikkeling waarvan gepresenteerd werd als een package deal met de museumplannen aan de raad, niet gegund konden worden voor de toekomst van het museum aan de Zuidas, en voor de toekomst van de kavels C2 en C3?
  4. Wat betekent het voor de financiële situatie van Amsterdam?
  5. Wordt de toekomst van het museum aan de Zuidas opnieuw ter sprake gesteld nu de ontwikkeling van de rest van dit gebied op losse schroeven staat? Graag een toelichting en een indicatie van de mate waarin dit wel/niet het geval is.
  6. Is het college al in gesprek geweest met het Rijksvastgoedbedrijf over de (gevolgen van de) mislukte gunning van kavels C2 en C3 en is zij bereid de verslagen hiervan te delen met de raad?
  7. Wat betekenen de nieuwe ontwikkelingen voor de leefomgeving als het bijvoorbeeld gaat over het behoud van groen in de openbare ruimte en tegengaan van bomenkap? Gaat het college hier ook met de omwonenden over in gesprek?

Indiener

J.F. Bloemberg-Issa

[1] https://www.biedboek.nl/nl/realestate/view/1190/fred-roeskestraat-55-te-amsterdam.

[2] Verslag infobijeenkomst 22 april 2021, p. 8.


[1] Een tekort dat recent is bevestigd door een bericht in Het Parool over de Stadsloods.

[2] Zie het antwoord van de wethouder op vragen in de raadscommissie RO van 08-09-2021.

Indiendatum: 22 jun. 2022
Antwoorddatum: 4 aug. 2022

1. Heeft het college in de plannen rekening gehouden met het scenario waarin kavels C2 en C3 niet gegund konden worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Ja. De gemeente en het Rijksvastgoedbedrijf hebben afgesproken dat de uitgifteprocedure van de kavels C2 en C3 door en voor rekening en risico van het Rijksvastgoedbedrijf wordt uitgevoerd. Het risico van het niet kunnen gunnen door het Rijksvastgoedbedrijf en het daarmee optreden van vertraging in de ontwikkeling van de kavels C2 en C3 was bekend bij het college.

2. Is het college, met de kennis van nu, het met de fractie van de Partij voor de Dieren eens dat hier sprake is geweest van te spoedige besluitvorming? Graag een toelichting.

Antwoord Nee, het moment van besluitvorming staat los van de uitkomst van de uitgifteprocedure van kavels C2/C3 door het Rijksvastgoedbedrijf. Het raadsbesluit van september 2021 maakte het mogelijk dat het Rijksvastgoedbedrijf de uitgifteprocedure kon opstarten, maar had geen invloed op de uitkomst van de uitgifteprocedure.

3. Wat betekent het feit dat de kavels C2 en C3, de ontwikkeling waarvan gepresenteerd werd als een package deal met de museumplannen aan de raad, niet gegund konden worden voor de toekomst van het museum aan de Zuidas, en voor de toekomst van de kavels C2 en C3?

Antwoord Het niet gunnen door het Rijksvastgoedbedrijf op de eerder voorziene datum heeft geen consequentie voor het museuminitiatief. Met het vaststellen van de Nota van Uitgangspunten voor C2 en C3 is voldaan aan de voorwaarden van het Rijksvastgoedbedrijf om tot verkoop en levering van het voormalige rechtbankgebouw over te gaan. De levering van het voormalige rechtbankgebouw door het Rijksvastgoedbedrijf aan de gemeente heeft ondertussen plaatsgevonden en is derhalve volledig afgerond. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft onderzoek laten doen naar de reden waarom niet kon worden gegund. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek is het Rijksvastgoedbedrijf voornemens om zelf de bestemmingswijziging voor C2 en C3 op basis van de vastgestelde Nota van Uitgangspunten te bewerkstelligen. Aangezien het wijzigen van de bestemming enige tijd zal duren, is nu nog niet te zeggen op welk moment een nieuwe uitgifteprocedure gestart kan worden.

4. Wat betekent het voor de financiële situatie van Amsterdam?

Antwoord De uitgifteprocedure van kavels C2 en C3 is door en voor rekening en risico van het Rijkvastgoedbedrijf uitgevoerd. Eventuele tegenvallende opbrengsten van deze uitgifteprocedure leggen geen enkele beperking of risico op aan de ontwikkeling – en daarmee samenhangende kosten – van het museum. Op grond van de samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en Rijksvastgoedbedrijf (2014) inzake de rechtbankkavels komt wel een deel van de opbrengst van kavels C2 en C3 ten goede aan de gemeente ten gunste van het project Zuidasdok. Deze bijdrage bedraagt maximaal € 9.300.000,- prijspeil 1-1-2013 te indexeren middels de IBOI (Prijs bruto overheidsinvesteringen). Het niet plaatsvinden van de gunning heeft derhalve beperkte financiële gevolgen voor de gemeente aangezien deze bijdrage met het vertragen van de uitgifte van C2/C3 later gedaan wordt dan eerder voorzien.

5. Wordt de toekomst van het museum aan de Zuidas opnieuw ter sprake gesteld nu de ontwikkeling van de rest van dit gebied op losse schroeven staat? Graag een toelichting en een indicatie van de mate waarin dit wel/niet het geval is.

Nee. Het niet gunnen door het Rijksvastgoedbedrijf op de eerder voorziene datum heeft geen consequentie voor het museuminitiatief. Met het vaststellen van de Nota van Uitgangspunten voor C2 en C3 is voldaan aan de voorwaarden van het Rijksvastgoedbedrijf om tot verkoop en levering van het voormalige rechtbankgebouw over te gaan. De levering van het voormalige rechtbankgebouw heeft ondertussen plaatsgevonden en is derhalve volledig afgerond.

6. Is het college al in gesprek geweest met het Rijksvastgoedbedrijf over de (gevolgen van de) mislukte gunning van kavels C2 en C3 en is zij bereid de verslagen hiervan te delen met de raad?

Antwoord Er heeft mondeling afstemming plaatsgevonden over het nieuws van het niet gunnen door het Rijksvastgoedbedrijf. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft onderzoek laten doen naar de reden waarom niet kon worden gegund. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek is het Rijksvastgoedbedrijf voornemens om zelf de bestemmingswijziging voor C2 en C3 op basis van de vastgestelde Nota van Uitgangspunten te bewerkstelligen. Nader overleg tussen de gemeente en het Rijksvastgoedbedrijf over deze voorgenomen bestemmingswijziging moet nog plaatsvinden

7. Wat betekenen de nieuwe ontwikkelingen voor de leefomgeving als het bijvoorbeeld gaat over het behoud van groen in de openbare ruimte en tegengaan van bomenkap? Gaat het college hier ook met de omwonenden over in gesprek?

Antwoord Op welke termijn de ontwikkeling van C2 en C3 gaat plaatsvinden, is op dit moment nog niet duidelijk. De invloed van de nieuwe uitgifteprocedure op de omliggende leefomgeving van kavels C2 en C3 is op dit moment daarom niet duidelijk. De insteek hierbij is om de programmatische en ruimtelijke uitgangspunten ongewijzigd te laten. Voor de inrichting van de openbare ruimte rondom het voormalige rechtbankgebouw is het planvormingsproces in gang gezet en zal ook met de omgeving de afstemming worden gezocht

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake groene oever Dijksgracht wordt gesloopt voor aanlegplek dekschuiten en rondvaartboten

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake druk op de inclusiviteit van de openbare ruimte door permanente coronaterrassen

Lees verder

    Word actief Doneer