Schrif­te­lijke vragen inzake motor­cross bij Noorder IJplas


Indiendatum: mei 2015

Schriftelijke vragen van het raadslid Johnas van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake motorcross bij Noorder IJplas

Amsterdam, 21 mei 2015

Aan het college van burgemeester en wethouders.

De Noorder IJplas, gelegen in Amsterdam Noord, is onderdeel van de Hoofdgroenstructuur, groentype ‘ruigtegebied/struinnatuur’. Voor de Noorder IJplas is in 2008 een inrichtingsplan gemaakt. In 2013 is een nieuw bestemmingsplan vastgesteld voor de Noorder IJplas. Hierin is aangegeven dat dit gebied een natuurbestemming krijgt.

In de toelichting op het bestemmingsplan is te lezen:

‘Uitgangspunt voor de plas en het gebied er omheen is behoud en versterking van natuurwaarden en het bieden van ruimte voor extensieve recreatie, gericht op natuurbeleving. Daarbij gaat het voornamelijk om onverharde wandelpaden. Qua voorzieningen wordt daarmee aangesloten bij hetgeen de Structuurvisie van Amsterdam voorschrijft voor de “ruigtegebied / struinnatuur”. Voor de plas wordt uitgegaan van het verondiepen (minder diep maken) en het verbeteren van de waterkwaliteit.'

Het groentype ruigtegebied/struinnatuur houdt in dat intensieve recreatievormen en recreatie die niet primair op de natuur zijn gericht, niet zijn toegestaan, dit is opgenomen in de Structuurvisie Amsterdam 2040. Het type beheer dat hierbij hoort is extensief. Toezicht dient volgens de Structuurvisie intensief te zijn en er wordt in dit groentype voorlichting gegeven door beheerders (natuurwachters).

Broedvogels die nestelen rond de Noorder IJplas zijn de ‘blauwborst, havik en grote karekiet. Er leven konijnen, maar ook vossen, en in de avond wordt de plas bezocht door meervleermuizen die de insecten van het water af plukken. Het brakwatermilieu van de plas is uniek in Nederland en er leven zeldzame planten en dieren zoals verschillende kranswieren en de brakwaterpissebed.’ Zo is te lezen op de website van de gemeente Amsterdam.

Het gebied werd in het verleden onder meer gebruik voor (motor)cross. In de toelichting op het bestemmingsplan van de Noorder IJplas is te lezen:

‘Het natuurgebied is en blijft primair bedoeld voor wandelaars (al dan niet met een hond).’ (…) ‘Het motorcrossen wordt niet toegestaan, omdat het niet past in het gewenste natuurlijk en ecologisch beeld voor de Noorder IJplas en is in strijd met de bepalingen in de Structuurvisie (Hoofdgroenstructuur).’

‘In de regels is bepaald dat het motorcrossen en vergelijkbare vormen van recreatie niet zijn toegestaan. Het motorcrossen zorgt voor lawaai en geurhinder en is niet inpasbaar in het natuurgebied.’

Onlangs vernam de Partij voor de Dieren dat er toch met regelmaat motorcross plaatsvindt in het gebied.

Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:

1. Kan het college bevestigen dat er met regelmaat motorcross plaatsvindt rondom de Noorder IJplas?

2. Kan het college aangeven hoe sinds het vaststellen van het bestemmingsplan in 2013 uitvoering is gegeven aan:
a. extensief beheer
b. intensief toezicht (wordt dit gedaan door politie, boa’s of andere toezichthouders?)
c. voorlichting door beheerders (natuurwachters) zoals is voorgeschreven voor dit groentype Hoofdgroenstructuur?

3. a. Hoe schat het college het risico in op verstoring van het groentype ruigtegebied/struinnatuur door motorcross?
b. In het bestemmingsplan is aangegeven dat motorcrossen niet wordt toegestaan. Welke regelgeving geldt momenteel ten aanzien van motorcross rondom de Noorder IJplas? Waar is deze vastgelegd en hoe wordt dit gecommuniceerd aan bezoekers van het gebied?

4. Hebben er sinds het vaststellen van het bestemmingsplan in 2013 toezichthouders handhavend opgetreden ten aanzien van motorcross? Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en welke maatregelen zijn getroffen? Zo nee, waarom niet?

5. Is het college van mening dat voldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van het in de Structuurvisie vastgestelde toezicht dat van toepassing is op dit groentype? Zo ja, kan het college dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

6. Op welke manier gaat het college in de toekomst om met motorcross rond de Noorder IJplas?

7. Direct rondom de Noorder IJplas bevinden zich vier ecologische knelpunten:

- 4 Faunapassage Noorderij En Zeedijk, de Noorder-IJ en Zeedijk onderbreekt twee groenstroken (status op interactieve kaart ecologische knelpunten: op termijn)
- 6 Faunagoot Coenpassagebos, de A10 gaat via de Coenpassage onder het water door, een viaduct wordt aangelegd over de A10. (status: op termijn)
- 103 Ecopassage Verbinding Noorder IJplas. De A8 vormt een barrière tussen de Noorder IJplas en polder Oostzaan (status: op termijn)

Kan het college aangeven in hoeverre deze drie knelpunten zijn verholpen?

- 181 Vispassage Zijkanaal H, Barndegat (status: in de planning)

Kan het college aangeven welke planning wordt aangehouden voor het verhelpen van deze vier knelpunten?

Gelieve bij ieder antwoord de bron te vermelden.

Het lid van de gemeenteraad,

J.F.W. van Lammeren

Indiendatum: mei 2015
Antwoorddatum: 26 jan. 2016

1. Kan het college bevestigen dat er met regelmaat motorcross plaatsvindt rondom de Noorder IJplas?
Antwoord:


Het is bekend dat er wordt gecrost rondom de Noorder IJplas. Met welke regelmaat er motorcross plaatsvindt wordt niet geregistreerd. Op grond van waarneming gebeurt dit zowel in de weekenden als door de week.


2. Kan het college aangeven hoe sinds het vaststellen van het bestemmingsplan in 2013 uitvoering is gegeven aan:
a. extensief beheer?;
b. intensief toezicht [wordt dit gedaan door politie, buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) of andere toezichthouders?;
c. voorlichting door beheerders (natuurwachters), zoals is voorgeschreven voor dit groentype Hoofdgroenstructuur?

Antwoord:

Het gebied is grotendeels in eigendom van de gemeente en gedeeltelijk in eigendom van Rijkswaterstaat. De Coentunnelcompagnie doet het beheer en onderhoud van een deel van het gebied voor 25 jaar. Tevens is de Grondbank tijdelijk gebiedsbeheerder voor een deel van het gebied.
a. Extensief beheer geschiedt door inzet van Schotse hooglander koeien die een deel van het gebied begrazen. Het betreft een zone van 20 hectare, met een mogelijkheid om deze uit te breiden tot 40 hectare. Aanvullend worden periodiek te hoog opschietende boomvormers weggezaagd, vanwege mogelijk gevaar van overslag onder de hoogspanningsmasten van Tennet.
b. Motorcross is hier onwenselijk. Een groot deel van het gebied is de afgelopen twee jaar ontoegankelijk gemaakt met een hekwerk. Er is een bewakingsfirma ingehuurd die toeziet op tegengaan van vernieling van klaphekken, hekwerk en stroompaal met zonnepaneel (die het schrikdraad faciliteert). Dit bedrijf surveilleert 1 à 2 keer per nacht langs het hek. Daarnaast vindt ook handhaving plaats (zie verder de beantwoording van vraag 4).
c. Op het terrein zijn borden geplaatst met gedragsregels en informatie over het gebied. Ook zijn er regelmatig excursies. Deze worden verzorgd door de ecoloog bij het stadsdeel en de beheerders op verzoek van groepen c.q. individuele burgers.

3.
a. Hoe schat het college het risico in op verstoring van het groentype ruigtegebied/struinnatuur door motorcross?
b. In het bestemmingsplan is aangegeven dat motorcrossen niet wordt toegestaan. Welke regelgeving geldt momenteel ten aanzien van motorcross rondom de Noorder IJplas? Waar is deze vastgelegd en hoe wordt dit gecommuniceerd aan bezoekers van het gebied?
Antwoord:

a. Hoewel gegevens hierover ontbreken, lijkt verstoring door motorcross aan dit gebied niet uitgesloten. Gedacht kan hierbij worden aan geluidsoverlast en beschadigen van de ondergrond.
b. Naast het bestemmingsplan waaraan u refereert, biedt de volgende regelgeving handvatten:
- Bij de entree van het gebieden als deze staan borden met gesloten verklaring. Mocht een motorvoertuig zich buiten de rijbaan bevinden is dit strafbaar.
- Voorts is men verzekeringsplichtig en dient men op de openbare weg een kenteken te voeren.
- Daarnaast regelt de APV nog het e.e.a. voor dit gebied en dus zijn er mogelijkheden om hierover om de tafel te gaan en gezamenlijk tot een aanpak te komen. Specifieke communicatie over hierover richting bezoekers vindt niet actief plaats.


4. Hebben er sinds het vaststellen van het bestemmingsplan in 2013 toezichthouders handhavend opgetreden ten aanzien van motorcross? Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en welke maatregelen zijn getroffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Afhankelijk van de overtreding is ofwel de bestuurscommissie van stadsdeel Noord het bevoegd gezag dan wel Rijkswaterstaat, dan wel in geval van het strafrecht de politie die een overtreding constateert en vervolgens is het aan het Openbaar Ministerie of er vervolging wordt ingezet. De handhaving ligt primair bij de gemeentelijke afdeling handhaving van Bestuurscommissie Noord. Prioriteiten worden bepaald op basis van jaarlijkse handhavingsprogramma’s.
Verder zet het stadsdeel ook incidenteel in op overlastfeiten die veel klachten opleveren. Wel is de beschikbare capaciteit van de BOA’s (buitengewoon opsporingsambtenaar) die werkzaam zijn bij de Handhaving Openbare Ruimte beperkt. Zij kunnen optreden op basis van artikel 5.9 3e lid van de APV. In de praktijk is het echter erg lastig om overtreders aan te spreken, omdat de crossers onmiddellijk
wegvluchten bij het zien van een handhaver. De beschikbare elektrische scooters zijn daarbij niet afdoende om de overtreders alsnog aan te pakken. Het stadsdeel zal in overleg gaan met de politie om handhavend op te treden.
De politie geeft aan regelmatig ter plekke inzet gepleegd te hebben op handhaving (Inspecteur van Politie, Basiseenheid Boven IJ, District Centrum-Noord). Verder geeft ze aan dat ze heel onregelmatig klachten ontvangt. Deze klachten zijn in het verleden ook al eens onder de aandacht gebracht van de gemeentelijke afdeling handhaving. Ook Rijkswaterstaat heeft bekeuringen uitgedeeld. Onder meer op basis van te hard rijden op de taluds van de snelweg (boetes van circa € 300,-).


5. Is het college van mening dat voldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van het in de Structuurvisie vastgestelde toezicht dat van toepassing is op dit groentype? Zo ja, kan het college dit toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De Structuurvisie is een inhoudelijk richtinggevend document voor de ruimtelijke ontwikkeling. Het bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied en geeft tevens aan hoe men verwacht dat beleid uit te voeren. De Structuurvisie bindt het bestuur, maar heeft geen directe bindende werking voor burgers. De Structuurvisie is kaderstellend voor bestemmingsplannen en afwijkingsprocedures. Om te kunnen handhaven moet er sprake zijn van enerzijds een overtreding van een wettelijk voorschrift en anderszins dient er altijd een wettelijke grondslag aanwezig te zijn om te kunnen handhaven. Een voorbeeld hiervan is het handelen/gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. De wettelijke grondslag om te kunnen handhaven tegen deze overtreding is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Gelet op het voorgaande kan de Structuurvisie dus geen grondslag zijn om handhavend op te treden. Echter gelet op het feit dat de Structuurvisie kaderstellend is voor bestemmingsplannen en afwijkingsprocedures en deze in principe opgesteld moeten worden in overeenstemming met de stedelijke kaders tenzij een afwijkingsbesluit wordt genomen, acht het college dat er voldoende waarborgen aanwezig zijn en er conform de kaderstellende stedelijke kaders wordt gehandeld. Hierbij wordt opgemerkt dat de Gemeenteraad alle
bestemmingsplannen vaststelt en dus in die zin maximaal toezicht heeft op de kaderstelling in de bestemmingsplannen.


6. Op welke manier gaat het college in de toekomst om met motorcross rond de Noorder IJplas?
Antwoord:
Als een omgevingsvergunning dan wel een ontheffing van de APV of anderszins een vergunning dan wel ontheffing verleend dient te worden, dan worden deze door het college van B&W beoordeeld aan de daarvoor geldende toetsingskader.

7. Direct rondom de Noorder IJplas bevinden zich vier ecologische knelpunten:
? 4 Faunapassage Noorder-IJ En Zeedijk, de Noorder-IJ en Zeedijk onderbreekt twee groenstroken (status op interactieve kaart ecologische knelpunten: op termijn);
? 6 Faunagoot Coenpassagebos, de A10 gaat via de Coenpassage onder het water door, een viaduct wordt aangelegd over de A10. (status: op termijn);
? 103 Ecopassage Verbinding Noorder IJplas. De A8 vormt een barrière tussen de Noorder IJplas en polder Oostzaan (status: op termijn).
Kan het college aangeven in hoeverre deze drie knelpunten zijn verholpen?

? 181 Vispassage Zijkanaal H, Barndegat (status: in de planning).
Kan het college aangeven welke planning wordt aangehouden voor het verhelpen van deze vier knelpunten?

Antwoord:
Van de 150 knelpunten op Amsterdams grondgebied zijn er tussen 2012 en 2014 60 opgelost, waaronder veel laaghangend fruit. De komende jaren zijn ook de meer complexe knelpunten aan de beurt. Volgens raadsbesluit moeten voor 2020 alle knelpunten zijn opgelost. De vispassage bij het zijkanaal H met nr. 181 is in 2014 gerealiseerd. Ook zijn er vispassages tussen het Noordzeekanaal en de Noorder-IJplas (2014) en (2015) tussen de Grote en Kleine Plas van de Noorder-IJplas gerealiseerd. Voor de genoemde knelpunten 4, 6 en 103 zijn nog geen concrete uitvoeringsplannen gestart c.q. is nog geen planning bekend.