Schrif­te­lijke vragen inzake het vergroten en verbe­teren van het Natuur­netwerk Nederland rondom de Gaas­perplas


Indiendatum: 25 nov. 2020

De fractie van de Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over de toekomst van het natuurgebied rond de Gaasperplas. Bij de bespreking van het Toekomstplan Gaasperplas kwam naar boven dat het college bij de provincie Noord-Holland middels een zienswijze heeft aangedrongen op minder strenge natuurbescherming, opdat horecaplannen en een museale functie doorgang zouden kunnen vinden binnen het natuurgebied [1]. De Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben in beantwoording op de zienswijze benadrukt dat zij het gebied van dusdanig landschappelijk belang achten dat zij het onder de werkingssfeer van het ‘Landelijk Gebied’ willen handhaven. Desalniettemin heeft wethouder van Doorninck, met de portefeuilles Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid, daarna nog een brief naar de provincie gestuurd [2]. Hierin wordt opnieuw geopteerd voor minder natuurbescherming. Echter leest vragenstelster ook in deze brief dat de wethouder mogelijkheden zag om in overleg met de provincie “te komen tot voorstellen voor compensatie en zelfs voor een vergroting en verbetering van de NNN ter plaatse”. De wethouder stelt dat deze “kans voor verbetering van de NNN verloren” zou gaan met het opnemen van de Gaasperplas binnen het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’.

Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders:

1. Welke kansen voor vergroting en verbetering van het NNN ter plaatse zag het college?

2. Waarom zou het volgens de wethouder niet meer mogelijk zijn om het NNN ter plaatse te vergroten en verbeteren bij vaststelling van het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’?

3. Waarom moet het vergroten en verbeteren van het NNN volgens de wethouder per se samengaan met wat het college verstaat onder “verbetering van de recreatieve mogelijkheden”? [2]

4. Is het college, nu de omgevingsverordening is vastgesteld, bereid om evenwel vergroting en verbetering van het NNN voor te stellen aan de provincie? Zo ja, wat stelt zij voor en wanneer? Zo nee, waarom niet?


[1] 15 oktober 2020, raadsbrief ‘Ontwerp-Omgevingsverordening 2020 provincie Noord-Holland, https://amsterdam.raadsinforma... omgevingsverordening bijlage 1. Zienswijzen gemeente Amsterdam op ontwerp-omgevingsverordening provincie Noord Holland, https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9287759/1/20201016_zienswijze_gaasperplas

[2] 20 oktober 2020, brief kenmerk RK220200921 van Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid aan het college van Gedeputeerde Staten NH, ‘Bestuurlijke afspraken m.b.t. Omgevingsverordening Noord-Holland 2020’. Brief niet digitaal beschikbaar, maar opgevraagd bij het college.

Indiendatum: 25 nov. 2020
Antwoorddatum: 8 feb. 2021

  1. Welke kansen voor vergroting en verbetering van het NNN ter plaatse zag het college?

Als het oppervlak van het NNN door bebouwing voor horeca en/of een museum bij de Gaasperplas vermindert, dient dat gecompenseerd te worden. Het college zou dat in dat geval ruimhartig willen doen, door zowel ruimschoots in oppervlakte te compenseren als een ecologische kwaliteitsimpuls te geven aan het gebied. In het kader van het Toekomstplan Gaasperplas is een eerste globale verkenning gedaan, die een mogelijke compensatielocatie heeft opgeleverd in de nabijheid van de Gaasperplas. Uit het onderzoek blijkt, dat er mogelijkheden zijn binnen de Gaasperzoom. Het gaat om gronden ten zuiden van het waterleidingterrein, aansluitend aan huidige NNN gronden. Daarmee zou de bebouwing die in het Toekomstplan wordt voorgesteld, ruimschoots gecompenseerd worden.

2. Waarom zou het volgens de wethouder niet meer mogelijk zijn om het NNN ter plaatse te vergroten en verbeteren bij vaststelling van het werkingsgebied ‘Landelijk Gebied’?

De wens bestaat om het NNN bij de Gaasperplas te vergroten en te verbeteren. Om horeca en een museale functie te realiseren, is compensatie van de NNN gronden noodzakelijk. De wens om deze functies te realiseren is opgehaald na uitvoerige participatie en komt terug in het Toekomstplan Gaasperplas. Indien het NNN wordt vergroot zonder dat een horeca- en museale functie mogelijk wordt gemaakt, is dat later niet meer mogelijk omdat de gemeente Amsterdam beperkt ruimtelijke mogelijkheden heeft NNN-gronden te compenseren. Daarom wordt de vergroting van NNN-gronden direct gekoppeld aan het planologisch mogelijk maken van de functies in het Toekomstplan.

Het verschil tussen het NNN en het werkingsgebied Landelijk Gebied is de mogelijkheid bij het NNN om ontwikkelingen te compenseren, waar die mogelijkheid bij het werkingsgebied Landelijk Gebied niet bestaat. Wanneer gronden uit het NNN zijn gehaald na compensatie vallen deze ook nog onder het werkingsgebied Landelijk Gebied. Het realiseren van een horeca- en museale functie is onder dit werkingsgebied niet mogelijk. Met de provincie is daarom een apart overleg nodig om te bespreken of het werkingsgebied Landelijk Gebied aangepast kan worden.

3. Waarom moet het vergroten en verbeteren van het NNN volgens de wethouder per se samengaan met wat het college verstaat onder “verbetering van de recreatieve mogelijkheden”?

In de komende decennia groeit de stad verder en zetten wij in op binnenstedelijke verdichting. Alleen al in Zuidoost zullen ongeveer 30.000 woningen worden toegevoegd. De behoefte aan groenbeleving in allerlei vormen neemt daardoor naar onze stellige verwachting toe en daarbij zetten wij in op makkelijk bereikbaar groen, conform de Groenvisie. Voor de Gaasperplas zetten wij in op intensiever recreatief gebruik van het gedeelte bij de metrohalte. Dit deel is goed bereikbaar per openbaar vervoer en heeft ook nu al een recreatief karakter en een cultuurlandschap, met de waterspeeltuin en het Floriadeterrein. Met de zonering van het gebied, waarin zelfs delen voor bezoekers ontoegankelijk worden gemaakt, verbeteren wij tegelijkertijd de natuur. Horecavoorzieningen ontbreken nu in het gebied. In de participatie is de vraag naar horeca veelvuldig opgehaald. [dit geeft geen antwoord op onze vraag]

4. Is het college, nu de omgevingsverordening is vastgesteld, bereid om evenwel vergroting en verbetering van het NNN voor te stellen aan de provincie? Zo ja, wat stelt zij voor en wanneer? Zo nee, waarom niet?

Voor het Gaasperplasgebied wil het college mogelijk te realiseren bebouwing voor horeca en/of een museum zowel ruimschoots in oppervlakte compenseren als een ecologische kwaliteitsimpuls geven. In het kader van het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de Gaasperplas, vindt hierover in 2021 ambtelijk overleg plaats met de provincie. Een wijziging van NNN begrenzing kan dan mogelijk onderdeel vormen van de komende wijziging(en) van de omgevingsverordening in 2021 of daarna. Onderdeel van het Toekomstplan voor de Gaasperplas is, om de natuurwaarden te verhogen. Ook worden ecologische knelpunten in de Natuurboog opgelost. Buiten het Gaasperplasgebied, werkt het college mee aan de uitbreiding en inrichting van het NNN in de Gemeenschapspolder, onderdeel van de Diemerscheg. Ook werken wij mee aan het robuuster maken van de versnipperde NNN gebieden in landelijk Noord. Daarnaast heeft het college in de zienswijze aangegeven dat het Geuzenbos onderdeel kan worden van het NNN, evenals de ecologische verbindingszones die door de stad lopen. De west- en oostoever van het Zeeburgereiland wordt ingericht als NNN-verbindingszone. Daar komt nog bij dat het laatste eiland van IJburg grotendeels ingericht zal worden als openbaar toegankelijk groengebied. Of wij dit eiland ook zullen voordragen voor het NNN zal nader worden onderzocht.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake het faciliteren van de groei van datacenters in Amsterdam en omgeving

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake stormschade aan bomen

Lees verder

    Word actief Doneer