Schrif­te­lijke vragen inzake elek­tri­ci­teits- en grond­ge­bruik data­centers


Indiendatum: 7 jul. 2022

In de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 9 juni 2022 is wederom het probleem van congestie op het Amsterdamse elektriciteitsnetwerk besproken. Ook is er recent een raadsinformatiebrief gestuurd over het (drink)waterverbruik van datacenters, waaruit blijkt dat er grote druk staat op de industrie- en drinkwatervoorziening vanwege datacenters.[1] Ondanks de bovenstaande problemen die de komst van meer datacenters in de stad met zich meebrengt, wordt de groei van bestaande en de komst van nieuwe datacenters in de stad gefaciliteerd.[2] Ook de regio zet in op clustering van datacenters in de gemeentes Amsterdam en Haarlemmermeer.

In de MRA-brede strategie datacenters worden verminderde opbrengsten uit de verkoop van grond aan datacenters genoemd als consequentie van een eventuele beslissing om niet de volledige marktvraag van datacenters te accommoderen.[3] In antwoord op bovengenoemde schriftelijke vragen van 12 november 2020 staat:

“Tevens is meegenomen dat het wegbestemmen van de functie datacenters in bestemmingsplannen een zeer kostbare alternatieve beleidskeuze is gezien de verwachte planschade en in algemene zin het zeer onzeker is wat hiervan de economische impact zou zijn voor de gemeente en de regio Amsterdam.”[4]

Het feit dat de economische impact onzeker is en desondanks het datacenter-beleid van de gemeente dicteert schept onduidelijkheid. Daardoor is er geen volledig geïnformeerde belangenafweging mogelijk tussen de vele nadelen van datacenters enerzijds en de mogelijke financiële consequenties van een stop op datacenters anderzijds. Ondergetekende wil graag openheid van zaken over de financiële belangen en afwegingen die hier spelen.

Gezien het vorenstaande stelt het lid Bloemberg-Issa op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:

1. Hoeveel geld is er de afgelopen tien jaar verdiend door de gemeente met grondontwikkelingen tbv datacenters?

2. Hoeveel geld verwacht de gemeente de komende tien jaar te verdienen met grondontwikkelingen tbv datacenters?

3. Wat is de planschade indien de gemeente besluit met onmiddellijke ingang geen nieuwe datacenters meer toe te staan op Amsterdams grondgebied?

4. Is de hoge grondopbrengst bij de verkoop van gronden een doorslaggevende reden geweest voor het college om datacenters toe te (blijven) staan? Zo nee, hoe zit het dan?

5. Zijn er nog andere financiële belangen die een rol spelen bij de beslissing om de groei van datacenters in Amsterdam en omstreken te blijven faciliteren? Graag een toelichting.

In antwoord op schriftelijke vragen en schriftelijke vervolgvragen van de Partij voor de Dieren schreef het college dat zij niet inzet op het “proactief aantrekken van datacenters.”[1] Er wordt in de schriftelijke vragen echter ook aangegeven dat er al vanuit de regio plannen lagen voor een regionaal cluster van datacenters in Amsterdam en de Haarlemmermeer. Dat suggereert dat er reeds een wens lag van regio en gemeente om meer datacenters te accommoderen. Maar tegelijkertijd zijn datacenters niet expliciet gevraagd om zich hier te vestigen, stelt het college.

6. Hoe verhouden deze twee zaken zich tot elkaar? Graag een toelichting.

7. Werden er plannen gemaakt voor een regionaal cluster van datacenters op basis van partijen die zich al hadden gemeld, of werd met de vaststelling van dit plan actief naar buiten gecommuniceerd dat Amsterdam de deuren opengooide voor deze grootverbruikers van energie en water?

In de beantwoording van schriftelijke vragen inzake gigantische (groene)stroom- en waterverbruik door datacenters in Amsterdam wordt gerefereerd aan een toekomstige monitor datacenters.[2] Ook zou het vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 om het jaar worden geëvalueerd en was de eerste evaluatie eind 2021 voorzien.[3]

8. Klopt het dat zowel de monitor als de evaluatie nog niet beschikbaar zijn? Zo ja, wat is daar de planning voor en worden deze documenten met de raad gedeeld?

In het vestigingsbeleid datacenters wordt gesteld dat er een afwegingskader opgesteld zal worden per gebied voor nieuwe datacenter-ontwikkelingen en initiatieven.[1]

9. Zijn deze afwegingskaders ondertussen beschikbaar en is de wethouder bereid deze met de raad te delen?

In het vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 staat dat er tot 2025 niet meegewerkt wordt aan nieuwe ontwikkelingen en aanvragen voor datacenters tenzij de plannen betrekking hebben op de periode na 2025.[1]

10. Is dit beleid nog steeds actueel? Is er na de invoering van het beleid alleen meegewerkt aan datacenter-plannen voor de periode na 2025?

Indiener

J.F. Bloemberg-Issa (Partij voor de Dieren)


[1] Vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 p. 33.


[1] Vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 p. 27.


[1] Beantwoording schriftelijke vervolgvragen van het lid Bloemberg-Issa inzake het faciliteren van de groei van datacenters in Amsterdam en omgeving. P.2.

[2] Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Kreuger en Boomsma inzake gigantische (groene) stroom- en waterverbruik door datacenters in Amsterdam.

[3] Vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 p. 51.


[1] Raadsinformatiebrief van 1 juni 2022 en bijbehorende memo industriewaterlevering Westelijk Havengebied.

[2] Vestigingsbeleid datacenters 2020-2030.

[3] MRA-brede strategie datacenters, 17 januari 2020, p. 58.

[4] Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-Issa inzake het faciliteren van de groei van datacenters in Amsterdam en omgeving. P.6.

Indiendatum: 7 jul. 2022
Antwoorddatum: 29 sep. 2022

1. Hoeveel geld is er de afgelopen tien jaar verdiend door de gemeente met grondontwikkelingen ten behoeve van datacenters?

Antwoord De totale meerwaarde/grondwaarde erfpacht van de datacentra die de afgelopen 10 jaar zijn gerealiseerd, bedraagt€ 25,3 mln.

2. Hoeveel geld verwacht de gemeente de komende tien jaar te verdienen met grondontwikkelingen ten behoeve van datacenters?

Antwoord De komende 10 jaar wordt een beperkt aantal grote datacenter ontwikkeld. De totale grondwaarde wordt geraamd op € 209 mln, waarvan zo’n € 94 mln binnen het areaal van het Havenbedrijf en € 115 mln binnen de rest van Amsterdam. De verwachting is dat hierin geen grote veranderingen plaats zullen vinden. Bij de herijking van het beleid zal hier nader op worden ingegaan.

3. Wat is de planschade indien de gemeente besluit met onmiddellijke ingang geen nieuwe datacenters meer toe te staan op Amsterdams grondgebied?

Antwoord Planschade is een tegemoetkoming in inkomens- of vermogensschade waarbij een causaal verband bestaat tussen de schade (bijvoorbeeld de waardevermindering van vastgoed) en een wijziging in het bestemmingsplan. Het betreft een tegemoetkoming en geen schadeloosstelling. Het is overigens de vraag of het bestemmingsplan een sterk sturende werking heeft. De beoordeling moet namelijk ruimtelijk relevant zijn, en energiecongestie en/of watergebruik vallen daar niet onder. Daarvoor zijn respectievelijk Liander en Waternet voor verantwoordelijk.

Het college kan over de planschade geen uitspraak doen, omdat per bestemmingsplan de situatie verschilt.

Het in de vraag gestelde ‘…met onmiddellijke ingang geen nieuwe datacenters meer toe te staan op Amsterdams grondgebied’ suggereert om de huidige bouw van datacenters per direct te stoppen. Dat is voor het college geen begaanbare weg, want is bestuurlijk onbetrouwbaar en leidt tot grote schadeclaims. Overigens beschouwt de sector Amsterdam al als een minder interessante vestigingslocatie vanwege het genomen voorbereidingsbesluit en het vastgestelde vestigingsbeleid datacenters. Amsterdam wordt als restrictief beschouwd. Investeringsbesluiten zijn daarop aangepast, uitgesteld of zelfs helemaal heroverwogen.

4. Is de hoge grondopbrengst bij de verkoop van gronden een doorslaggevende reden geweest voor het college om datacenters toe te (blijven) staan? Zo nee, hoe zit het dan?

Antwoord Nee. De redenen om datacenters toe te staan en/of te weigeren staan beschreven in het vestigingsbeleid datacenters. Het huidige toegestane aantal datacenters (circa 350 MW) bedraagt de helft van het maximum (670 MW). De discussie over de grondopbrengsten speelt zich binnen die gestelde kaders af.

5. Zijn er nog andere financiële belangen die een rol spelen bij de beslissing om de groei van datacenters in Amsterdam en omstreken te blijven faciliteren? Graag een toelichting.

Toelichting indiener In antwoord op schriftelijke vragen en schriftelijke vervolgvragen van de fractie van de Partij voor de Dieren schreef het college dat zij niet inzet op het “proactief aantrekken van datacenters.” Er wordt in de schriftelijke vragen echter ook aangegeven dat er al vanuit de regio plannen lagen voor een regionaal cluster van datacenters in Amsterdam en de Haarlemmermeer. Dat suggereert dat er reeds een wens lag van regio en gemeente om meer datacenters te accommoderen. Maar tegelijkertijd zijn datacenters niet expliciet gevraagd om zich hier te vestigen, stelt het college.

Antwoord De discussies over datacenters die hebben geleid tot het vestigingsbeleid gingen uit van ruimtelijk-economische impact, niet van financiële belangen. Voorbeelden hiervan zijn: invloed op ruimtelijke spreiding in relatie tot kabeldichtheid, de digitale infrastructuur als vestigingsvoorwaarde (vestigingsklimaat), arbeidsmarkt, onderwijs enz. In de beantwoording van de schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren is aangegeven dat er reeds een cluster bestond in de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer. Dit is in het vestigingsbeleid geconsolideerd en zijn er restricties opgenomen voor de groei van de sector. In Amsterdam is geen sprake van actieve acquisitie. Het aantal aanvragen (318 MW) is sinds de vaststelling van het vestigingsbeleid niet toegenomen en is ruim onder het ingestelde maximum (670 MW) gebleven. Er is overigens recent een nieuwe aanvraag in Weesp bijgekomen van enkele tientallen MW. Hierover bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Het totaal (dus inclusief Weesp) blijft in ieder geval ruim onder de 670 MW.

Het BCI/CE Delft rapport voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA) (gedateerd 17 januari 2020) liet zien dat er een ruimtelijk-economische logica bestaat voor het accommoderen van colocatie datacenters in de MRA. In het rapport zijn 3 gebieden in de MRA aangewezen die de clusters vormen (allen rond Amsterdam en Schiphol). De clusters zijn daar ontstaan vanwege de beschikbare en gerealiseerde digitale infrastructuur die voor dit type clusters geschikt is. Met dit perspectief is in MRA verband afgesproken dat in samenspraak met het Rijk en netbeheerders wordt verkend wat de meest logische locatie is in de MRA voor het in het rapport van BCI / CE Delft bepleitte vierde hyperconnectiviteitscluster. Deze moet de sector te zijner tijd voldoende ruimte geven om duurzaam te groeien binnen de regio en daarmee de functie van digitale mainport te kunnen behouden, wat aansluit op de nationale ambitie in het kader van digitalisering en infrastructuur. Het rapport is overigens formeel nooit vastgesteld.

6. Hoe verhouden deze twee zaken zich tot elkaar? Graag een toelichting.

Antwoord: Het vestigingsbeleid van de gemeente Amsterdam voorziet in een maximale groei van 670 MW tot 2030 in een viertal deelgebieden. In de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer zijn 3 hyperconnectiviteitsclusters op regionaal niveau te onderscheiden (zie ook vraag 5 en 7). De clusters nu voorzien op de middellange in de groei van de sector. Voor de langere termijn wordt een vierde cluster bepleit (niet in de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam).

7. Werden er plannen gemaakt voor een regionaal cluster van datacenters op basis van partijen die zich al hadden gemeld, of werd met de vaststelling van dit plan actief naar buiten gecommuniceerd dat Amsterdam de deuren opengooide voor deze grootverbruikers van energie en water?

Toelichting indiener In de beantwoording van schriftelijke vragen inzake gigantische (groene)stroom- en waterverbruik door datacenters in Amsterdam wordt gerefereerd aan een toekomstige monitor datacenters.6 Ook zou het vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 om het jaar worden geëvalueerd en was de eerste evaluatie eind 2021 voorzien.

Antwoord De gemeente Amsterdam heeft de deuren nooit opengegooid, er zijn sinds de vaststelling van vestigingsbeleid nauwelijks nieuwe aanvragen geweest (zie ook vraag 5). Er wordt ook niet actief gecommuniceerd over een nieuw regionaal cluster.

Gemeentelijk, regionaal en provinciaal is/ wordt gewerkt aan een consistente strategie. Deze strategie is samengevat in de verstedelijkingstrategie. Een citaat. “De digitale infrastructuur groeit en alles wijst erop dat deze groei zich doorzet. Conform de Nationale Omgevingsvisie gaat voor hyperscale datacenters (die in bezit zijn van grote techbedrijven en alleen door hen worden gebruikt) de voorkeur uit naar locaties aan de randen van Nederland, maar voor andere datacenters liggen er mogelijkheden in de MRA. Op dit moment bieden drie locaties in de MRA vestigingsmogelijkheden voor datacenters die gebruik willen maken van hyperconnectiviteit, om extra digitale snelheid te kunnen aanbieden. Deze ‘hyperconnectiviteitshubs’ liggen in Haarlemmermeer (Schiphol) en Amsterdam (Science Park en Zuidoost). Het beleid is gericht op selectieve, geclusterde groei van deze hubs, en tegelijk lijkt in de markt behoefte te bestaan aan een vierde hub. De MRA is voornemens daar ruimte voor te bieden. In Flevoland onderzoeken provincie en gemeenten een mogelijke ontwikkeling van deze vierde hyperconnectiviteitshub. De MRA heeft een Datacenterstrategie in voorbereiding die vormgeeft aan een selectieve, geclusterde groei van datacentercapaciteit met hyperconnectiviteit in de MRA. Hierin worden ook de voorwaarden voor ontwikkeling opgenomen. Deze voorwaarden gaan onder meer over de locatiekeuze, de ontwerpkwaliteit, een duurzame energievoorziening, warmtelevering, waterveiligheid en het gebruik van drink-, grond- en oppervlaktewater” (bron: Verstedelijkingsconcept ‘Metropool van grote klasse met menselijke maat: de MRA naar 2050’, pagina 41).

De provincie Noord-Holland heeft op 31 januari 2022 de Datacenterstrategie 2022-2024 vastgesteld met als uitgangspunt: Noord-Holland wil het meest duurzame en innovatieve datacenterknooppunt van Europa worden. Alleen op bedrijventerreinen in Amsterdam, Haarlemmermeer en Hollands Kroon kunnen nog nieuwe datacenters worden gevestigd. Daarnaast wordt het verplicht dat de gemeenten waar datacenters zich nog kunnen vestigen met de provincie afspraken maken over de manier waarop de datacenters worden ingepast in het landschap, het gebruik van energie, water en restwarmte. Met het vaststellen van dit beleidskader wordt voor Noord-Holland toegewerkt naar een gelijk speelveld voor het vestigen van datacenters. Ook het rijk zet via het traject Grip in op grootschalige bedrijfsvestigingen en op het maken van afspraken over vestigingsvoorwaarden.

8. Klopt het dat zowel de monitor als de evaluatie nog niet beschikbaar zijn? Zo ja, wat is daar de planning voor en worden deze documenten met de raad gedeeld?

Toelichting indiener In het vestigingsbeleid datacenters wordt gesteld dat er een afwegingskader opgesteld zal worden per gebied voor nieuwe datacenter-ontwikkelingen en initiatieven.

Antwoord De meest recente monitor is van februari van 2022. Deze is als bijlage toegevoegd. Het nieuwe afwegingskader of de herijking is nog niet gereed. Het college verwacht deze aan het einde van het jaar aan de Raad te kunnen voorleggen. Hierin zal het beleid van de MRA, de provincie en het Rijk worden betrokken.

9. Zijn deze afwegingskaders ondertussen beschikbaar en is de wethouder bereid deze met de raad te delen?

Toelichting indiener In het vestigingsbeleid datacenters 2020-2030 staat dat er tot 2025 niet meegewerkt wordt aan nieuwe ontwikkelingen en aanvragen voor datacenters tenzij de plannen betrekking hebben op de periode na 2025.

Antwoord Zie antwoord vraag 8.

10. Is dit beleid nog steeds actueel? Is er na de invoering van het beleid alleen meegewerkt aan datacenter-plannen voor de periode na 2025?

Antwoord De plannen waaraan nu wordt meegewerkt lopen al jaren. De aanvragen zijn ingediend voor/ tijdens het vaststellen van het vestigingsbeleid, en worden de komende jaren gerealiseerd.