Motie inzake het voorkomen van uitzetting van geboren en getogen Amster­dammer Mikael

De Raad,

Gehoord de discussie over het vaststellen van het beleidskader De Amsterdamse inzet voor vluchtelingen en ongedocumenteerden

Constaterende dat:
- Mikael geboren en getogen is in Nederland;
- Mikael een gewone Nederlandse jongen is;
- Mikael nog nooit voet heeft gezet in het land waar zijn ouders vandaan komen;
- Met het terugsturen van Mikael naar Armenië zijn kinderrechten worden geschonden;
- Met het terugsturen van Mikael naar Armenië het kind de facto permanent wordt gescheiden van zijn vader met wie hij nog steeds een goede band heeft en deels de zorg van Mikael op zich neemt.

Overwegende dat:

- De rechter niet heeft geoordeeld dat Mikael weg moet, maar volgde enkel de onderbouwing van het kabinet;
- De minister dus wel degelijk kan afwijken van het beleid om Mikael een verblijfsvergunning toe te kennen;
- De gemeentelijke Ombudsman reeds een rapport heeft geschreven waarin het leven en het lot van ongedocumenteerde kinderen in Nederland staat beschreven1
- De gemeentelijk Ombudsman in zijn rapport “Onzichtbaar” concludeert: “De uitzichtloosheid en het gebrek aan perspectief zijn duidelijk zichtbaar bij de ongedocumenteerde kinderen”.

De Raad verder uitspreekt dat:
- Mikael een Amsterdammer is en niet gedeporteerd dient te worden;
- Dit ook geldt voor andere kinderen in een soortgelijke situatie;
- De Kinderrechten van Mikael en lotgenoten structureel worden geschonden door ze in deze onzekerheid te laten leven.

Verzoekt het Presidium
- Om dit standpunt namens de Raad over te brengen aan de Tweede Kamer, de vaste commissie Vreemdelingen- en Asielbeleid,
- Bij de minister erop aan te dringen om Mikael en lotgenoten niet uit te zetten.

Indiener(s),
S.Y. Khan
C.K.E. Kabamba
J.M. Krom
A. Bouhassani
J. Broersen
K.S.N. van der Veen