Amen­dement inzake plant­aardige consumptie als kern­bood­schap


27 juni 2024

De Raad,

Gehoord de discussie over het Vaststellen van de Agenda Dieren 2024-2026

Constaterende dat:
- Amsterdam met bijna 1 miljoen inwoners de grootste afnemer van voedsel is in Nederland en daarom een grote invloed heeft op voedselproductie in het landelijk gebied;
- In de versie van de Agenda Dieren 2024-2026 voor de inspraak Amsterdam meer stelling nam tegen de vee-industrie;
- Dit in de huidige versie is afgezwakt en op sommige delen er zelfs is uitgehaald;

Overwegende dat:
- Het belangrijk is dat Amsterdam wederom stelling neemt tegen de vee-industrie en zich maximaal inspant voor de plantaardige transitie;

Besluit:
Beslispunt 2 uit de raadsvoordracht te wijzigen zodat het als volgt komt te luiden:

2. De Agenda Dieren 2024-2026 vast te stellen, zoals opgenomen in bijlage 2, waarin wordt bepaald wat de gemeente Amsterdam gaat doen om te zorgen dat:
a. Amsterdam een nog diervriendelijkere stad wordt;
b. dieren in Amsterdam in staat zijn om een natuurlijk en gezond leven te leiden, vrij van onnodig lijden en stress;
c. gepaste aandacht wordt besteed aan de fysieke gezondheid, het mogelijk maken van het natuurlijke gedrag, het mentale welzijn en leefomstandigheden van zowel gehouden als in het wild levende dieren.

Met dien verstande dat op pagina 3 de tekst:

“Voedselstrategie - gezond, eerlijk en duurzaam voedsel”

Wordt gewijzigd in:
“Meer plantaardige consumptie, geen intensieve veeteelt”

En op pagina 19 de tekst:

“De directe omgeving van Amsterdam bestaat grotendeels uit veenweidegebieden van het Groene Hart en Laag Holland. Het cultuurlandschap hangt direct samen met de aanwezigheid van vee en agrarische ondernemers. De gezamenlijke inspanningen om te komen tot een toekomstbestendig landschap en agrarisch ondernemerschap zullen bepalend zijn voor de omvang van de veestapel. De daarin aanwezige dieren die voor landbouwdoeleinden worden ingezet, hebben, binnen redelijke grenzen, de autonomie om veilig te verblijven op de plek die ze kiezen. Daarbij zijn ze beschermd tegen extreem weer en crises.”

Wordt gewijzigd in:
“In Amsterdam zijn er bij voorkeur geen dieren nodig om aan de consumptiewensen van Amsterdammers te voldoen. De dieren die nu echter nog voor landbouwdoeleinden worden ingezet, hebben, binnen redelijke grenzen, de autonomie om veilig te verblijven op de plek die ze kiezen. Daarbij zijn ze beschermd tegen extreem weer en crises.”

En op pagina 19 de tekst:

“Om de milieu-impact van ons dieet te verminderen, willen we:
- Meer plantaardige consumptie (60 -40 % in 2030)

Voor het stimuleren van dierenwelzijn, willen we:
- Natuurlijke schuilplekken voor dieren bij vee- en (hobby)houders;
- Goede bescherming van vee bij crises en rampen.”

Wordt gewijzigd in:
“Om het dierenwelzijn van de dieren in de vee-industrie te verbeteren, willen we:
- Meer plantaardige consumptie, geen intensieve veeteelt;
- Natuurlijke schuilplekken voor dieren bij vee- en (hobby)houders;
- Goede bescherming van vee bij crises en rampen.”

En op pagina 19 de tekst:

“1.3.1 Voedselstrategie - gezond, eerlijk en duurzaam voedsel
Met de Uitvoeringsagenda Voedselstrategie 2023 – 2026, zet Amsterdam zich in voor gezond, eer lijk en duurzaam voedsel. Vanuit Voedselstrategie werken we langs zes actielijnen onder meer aan het verminderen van CO2-uitstoot door voedselverspilling tegen te gaan (50% in 2030), voedsel dat overblijft terug te brengen in het voedselsysteem, organische reststromen her te gebruiken, de consumptie van plantaardige eiwitten te stimuleren (60% in 2030) en te zorgen voor meer regionaal en duurzaam geproduceerd voedsel (25% in 2030) voor een eerlijke prijs.

Meer plantaardig: minder druk op milieu

In Amsterdam werken we vanuit de actielijn ‘Meer plantaardig binnen de Voedselstrategie’ naar een consumptiepatroon van 60 procent plantaardig en 40 procent dierlijk in 2030. De overgang naar consumptie van meer plantaardige eiwitten en minder dierlijke eiwitten, betekent dat er uiteindelijk minder dieren nodig zijn voor de vlees- en zuivelbehoefte. Bovendien verlaagt een meer plantaardige vorm van consumptie de druk van voedselproductie op het milieu. Het vermindert de enorme hoeveelheid water die nodig is, het verlaagt de broeikasgasuitstoot, vermindert landgebruik en de uitputting van oceanen. Uiteraard leidt de lokale overgang naar een meer plantaardig consumptiepatroon niet tot een direct lokaal effect op deze genoemde elementen. Het cultuurlandschap van de veenweidegebieden rond Amsterdam is nauw verbonden met de aanwezige veeteelt.

Met de actielijn Stadslandbouw en korte keten uit de Voedselstrategie zetten we in op regionaal en duurzaam geproduceerd voedsel. Als hoofdstad willen we een actieve bijdrage leveren aan de noodzakelijke transitie van de landbouw in het metropolitaan landschap. Van produceren tegen de laagste prijs voor de wereldmarkt naar meer producten voor de regionale en lokale markt. Dat vraagt om nieuwe verbindingen, nieuwe samenwerkingen, nieuwe vormen van belonen van agrarisch ondernemerschap, een andere verbinding tussen producent en consument. Daarnaast willen we Amsterdammers bewuster maken van de productie, distributie, bereiding en consumptie van voedsel, zodat zij duurzamer eten gaan kopen, gezonder gaan eten en minder voedsel gaan verspillen.

Wordt gewijzigd in:
“1.3.1 Meer plantaardige consumptie, geen intensieve veeteelt
Met de Uitvoeringsagenda Voedselstrategie 2023 – 2026, zet Amsterdam zich in voor gezond, eerlijk en duurzaam voedsel. Vanuit de Voedselstrategie werken we langs zes actielijnen onder meer aan het verminderen van CO2-uitstoot door voedselverspilling tegen te gaan (50% in 2030), voedsel dat overblijft terug te brengen in het voedselsysteem, organische reststromen her te gebruiken, te zorgen voor meer regionaal en duurzaam geproduceerd voedsel (25% in 2030) voor een eerlijke prijs én door de consumptie van plantaardige eiwitten te stimuleren (60% in 2030)."

Minder druk op milieu

In Nederland zijn ongeveer 500 miljoen dieren onderdeel van de industriële veeteelt. Dagelijks worden er 1,7 miljoen dieren geslacht voor de vleesconsumptie door zowel mensen als dieren in Nederland en voor export. De standaarden voor dierenwelzijn in de vee-industrie staan regelmatig ter discussie. Vlees-, zuivel- en visconsumptie zijn milieubelastend. Steeds meer Nederlanders hebben moeite met deze industrie en willen hun voedingspatroon aanpassen.

In Amsterdam werken we vanuit de actielijn Meer plantaardig binnen de Voedselstrategie naar een consumptiepatroon van 60 procent plantaardig en 40 procent dierlijk in 2030. De overgang naar consumptie van meer plantaardige eiwitten en minder dierlijke eiwitten, betekent dat er uiteindelijk minder dieren nodig zijn voor de vlees- en zuivelbehoefte. Bovendien verlaagt een meer plantaardige vorm van consumptie de druk van voedselproductie op het milieu. Het vermindert de enorme hoeveelheid water die nodig is, het verlaagt de broeikasgasuitstoot, vermindert landgebruik en de uitputting van oceanen.”

Indiener,

J.M. Krom


Status

Verworpen

Voor

PvdD, Lijst AV

Tegen

Lees onze andere moties

Amendement inzake dieren in Artis

Lees verder

Amendement inzake de jacht op vissen stoppen

Lees verder

    Word actief Doneer