Amen­dement inzake maak weder­kerige huizenruil met punten vergun­ningsvrij


12 december 2024

De Raad,

Gehoord de discussie over agendapunt 3 Vaststellen van de Wijzigingsverordening

Huisvestingsverordening Amsterdam 2025 (VN2024-016516),

Toelichting:
Dit amendement wijzigt de huidige Huisvestingsverordening om wederkerige huizenruil met punten vrij te stellen van de vergunningseis. Het gaat hier dus uitsluitend om het wederkerig ruilen
met punten. Het gebruik van punten bij een wederkerige ruil is een hulpmiddel binnen woningruil en vertegenwoordigt geen commerciële activiteit. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat iemand met
een kleinere woning wederkerig, ofwel 1 op 1, kan ruilen met iemand die een grotere woning heeft door daar punten bij in te zetten. Het onderscheid tussen ruil met en zonder punten is onnodig
en niet uitlegbaar, aangezien in beide gevallen sprake is van wederkerigheid zonder commerciële exploitatie.

Constaterende,
- Dat wederkerige huizenruil zonder financiële vergoeding momenteel vergunningsvrij is, terwijl wederkerige huizenruil met gebruik van punten vergunningplichtig blijft;
- Dat het gebruik van punten binnen wederkerige woningruil ervoor zorgt dat iemand met bijvoorbeeld een kleinere woning kan ruilen met iemand die een grotere woning heeft, doordat punten worden ingezet om het verschil in grootte of kwaliteit te compenseren;

Overwegende,
- Dat het huidige beleid woningruil met punten ontmoedigt en daarmee Amsterdammers onnodig beperkt om aan huizenruil te kunnen doen;
- Dat het systeem van punten geen commerciële verhuur betreft.

Besluit:
Op pagina 5 van de Bekendmaking Wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening Amsterdam 2024:

S. Artikel 3.7.3a wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het opschrift komt te luiden:
    Artikel 3.7.3a Vergunningplicht en vrijstellingen toeristische verhuur
  2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    4.
    Voor toeristische verhuur van woonruimte ten behoeve van huisbewaring geldt een vrijstelling van de vergunningplicht mits en zolang:
    a. de bewoner, die de woonruimte in gebruik geeft, de betreffende woonruimte als hoofdverblijf heeft en op het adres van deze woonruimte ingeschreven staat in de basisregistratie personen;
    b. de woonruimte in eigendom van een corporatie maximaal één keer per vijf jaar en overige woonruimten maximaal één keer per 12 maanden in gebruik wordt gegeven voor huisbewaring;
    c. de huisbewaring een aaneengesloten periode betreft van minimaal drie tot maximaal zes maanden;
    d. er treedt geen onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de betreffende woonruimte op. Er is sprake van een onaanvaardbare inbreuk als bedoeld in de vorige volzin, indien:
    1. sprake is van aantoonbare overlast op grond van objectieve feiten en omstandigheden; en,
    2. de bewoners vooraf door de klagers en door burgemeester en wethouders op

    5
    . de overlast is gewezen en dit niet tot beëindiging van de overlast heeft geleid.

Te wijzigen in:

Op pagina 5 van de Bekendmaking Wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening Amsterdam 2024:

S. Artikel 3.7.3a wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het opschrift komt te luiden:
    Artikel 3.7.3a Vergunningplicht en vrijstellingen toeristische verhuur
  2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

    4. Voor toeristische verhuur van woonruimte ten behoeve van huisbewaring geldt een
    vrijstelling van de vergunningplicht mits en zolang:
    a. de bewoner, die de woonruimte in gebruik geeft, de betreffende woonruimte als hoofdverblijf heeft en op het adres van deze woonruimte ingeschreven staat in de basisregistratie personen;
    b. de woonruimte in eigendom van een corporatie maximaal één keer per vijf jaar en overige woonruimten maximaal één keer per 12 maanden in gebruik wordt gegeven voor huisbewaring;
    c. de huisbewaring een aaneengesloten periode betreft van minimaal drie tot maximaal zes maanden;
    d. er treedt geen onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de betreffende woonruimte op. Er is sprake van een onaanvaardbare inbreuk als bedoeld in de vorige volzin, indien:
    1. sprake is van aantoonbare overlast op grond van objectieve feiten en omstandigheden; en,
    2. de bewoners vooraf door de klagers en door burgemeester en wethouders op de overlast is gewezen en dit niet tot beëindiging van de overlast heeft geleid.

    5.
    Voor het in gebruik geven van woonruimte voor kortdurend verblijf, uitsluitend tegen kortdurend verblijf in een andere woonruimte met punten als tegenprestatie voor die ingebruikgeving, is geen vakantieverhuurvergunning vereist als bedoeld in artikel 3.7.4.

Indiener(s),
J. Broersen
M. Emmerik
R. Havelaar
M. von Gerhardt
C. Kabamba


Status

Verworpen

Voor

Tegen

PvdA, GroenLinks, SP, D66

Wij staan voor:

Lees onze andere moties

Motie inzake geen medewerking aan vrijwillige terugkeer naar onveilige landen

Lees verder

Motie inzake huidige woningen voor woningdelen behouden

Lees verder

    Word actief Doneer